In de lessen worden veel begrippen gebruikt. Google ze voortdurend als er eentje niet duidelijk voor je is, zoals deze:
- 2Factor
- Adblcoker
- Bericht, Pagina, Categorie en Tag, allemaal in WP
- Bit en Byte
- Block editor in WP
- Browser
- Classic Editor van WP
- CMS
- DNS, poorten
- Domein
- Ethernet en LAN
- FTP
- HTML & CSS
- Kb / Mb / Gb / Tb
- Mb/s (Megabit per seconde) vs MB/s (MegaByte per seconde)
- Modem
- Page Builder in WP
- PHP, javascript
- Plugins
- Provider: hosting provider en access provider
- Router
- SEO en Yoast
- Server, Webhosting
- Slash
- Slider, Carousel, Lightbox
- Social Sharing buttons
- Speedtest
- SSD
- SSL, https://, http:// en www
- Templates in WP
- Top-level domain extension – TLD
- Upload – Download
- URL, adresbalk, CMD L
- UTP-kabel
- Widgets in WP
- WP Dashboard, admin, backend / frontend
Claude.ai
Claude.ai legt het zo uit:
- 2Factor: Een extra beveiligingsstap naast een wachtwoord, zoals een sms-code.
- Adblocker: Software die advertenties op websites blokkeert.
- In WordPress (WP) heb je:
- Berichten: blog-posts gesorteerd op datum.
- Pagina’s: Statische inhoud.
- Categorie: Groepering van berichten en pagina’s.
- Tags: Trefwoorden voor berichten en pagina’s.
- Bit: Kleinste data-eenheid (0 of 1). Byte: 8 bits.
- Block editor in WP: Nieuwe editor die inhoud in blokken structureert.
- Browser: Software om websites te bekijken (bijv. Chrome, Firefox).
- Classic Editor van WP: Traditionele teksteditor in WordPress.
- CMS: Content Management System, beheersysteem voor websites.
- DNS: Vertaalt domeinnamen naar IP-adressen.
Poorten: Communicatiekanalen voor netwerken. - Domein: Unieke naam voor een website (bijv. google.com).
- Ethernet: Standaard voor bekabelde netwerken.
- FTP: File Transfer Protocol, voor bestandsoverdracht tussen computers.
- HTML: Opmaaktaal voor webpagina’s.
CSS: Stijltaal voor vormgeving. - Kb/Mb/Gb/Tb: Kilobyte/Megabyte/Gigabyte/Terabyte, opslagcapaciteit-eenheden.
- Mb/s: Megabit per seconde (netwerk).
MB/s: Megabyte per seconde (opslag). MegaByte is 8 Megabit. - Modem: Apparaat dat digitale signalen omzet voor internetverbinding.
- Page Builder in WP: Visuele editor voor pagina-opmaak in WordPress.
- PHP: Servertaal voor dynamische websites.
JavaScript: Clienttaal voor interactieve websites. - Plugins: Add-ons voor extra functionaliteit in WordPress.
- Provider:
- Hosting provider: Levert webhosting.
- Access provider: Levert internetverbinding.
- Router: Stuurt data tussen netwerken.
- SEO: Zoekmachineoptimalisatie.
Yoast: Populaire SEO-plugin voor WordPress. - Server: Computer die diensten levert.
Webhosting: Opslagruimte voor websites. - Slash: Schuine streep (/) in URL’s, geeft een map aan
- Slider/Carousel: Roterende afbeeldingen.
Lightbox: Pop-up voor afbeeldingen. - Social Sharing buttons: Knoppen om content te delen op sociale media.
- Speedtest: Meet internetsnelheid.
- SSD: Solid State Drive, snelle opslagschijf.
- SSL: Beveiligingsprotocol. HTTPS://: Beveiligde verbinding. HTTP:// en WWW: Standaard URL-prefixen.
- Templates in WP: Vooraf ontworpen pagina-indelingen in WordPress (sjablonen).
- TLD: Top-level domain, laatste deel van een domeinnaam (.com, .nl).
- Upload: Bestanden naar server sturen. Download: Bestanden van server halen.
- URL: Webadres. Adresbalk: Invoerveld voor URL’s. CMD+L: Sneltoets voor adresbalk.
- UTP-kabel: Netwerkkabel voor ethernet.
- Widgets in WP: Kleine functionaliteiten voor zijbalken of voetteksten.
- WP Dashboard: Beheerpaneel. Admin/backend: Beheergedeelte. Frontend: Zichtbare website.
- Het WordPress Dashboard is het centrale beheerpaneel dat u ziet na het inloggen.
- “Admin” en “backend” verwijzen naar het beheerdersgedeelte van WordPress, waar u content beheert en instellingen configureert.
-
- De “frontend” is wat bezoekers van uw website zien.
- De backend is beveiligd met inloggegevens, terwijl de frontend meestal openbaar toegankelijk is.
Gemini uitleg
De AI van Google deelt de antwoorden op in twee groepen en sorteert het ook verder:
Algemene computerbegrippen
- Bit: De kleinste eenheid van data in een computer, representatief voor een binaire waarde (0 of 1).
- Byte: Een groep van 8 bits, vaak gebruikt om één karakter weer te geven.
- Kb, Mb, Gb, Tb: Kilobyte, Megabyte, Gigabyte, Terabyte – eenheden voor het meten van digitale data, telkens 1000x groter.
- Mb/s vs MB/s: Mb/s staat voor megabits per seconde (dataoverdrachtssnelheid), terwijl MB/s staat voor megabytes per seconde (MB = Mb x 8).
- Ethernet: Een netwerktechnologie gebruikt om apparaten via een lokaal netwerk (LAN) met elkaar te verbinden.
- FTP: File Transfer Protocol – een standaard netwerkprotocol gebruikt voor het overbrengen van computerbestanden tussen een client en een server.
- DNS: Domain Name System – een systeem dat leesbare domeinnamen omzet naar machineleesbare IP-adressen.
- Poorten: het netwerk gebruikt poortnummers om specifieke applicaties of diensten te identificeren. Zo heeft inkomende mail een andere poort dan uitgaande mail.
- Router: Een netwerkapparaat dat datapakketten doorstuurt tussen verschillende netwerken.
- Modem: Een apparaat dat datasignalen moduleert en demoduleert om data te verzenden.
- Speedtest: Een tool gebruikt om de internetsnelheid te meten.
- SSD: Solid-State Drive – een opslagapparaat dat het veel snellere flashgeheugen gebruikt in plaats van roterende schijven.
- UTP-kabel: Unshielded Twisted Pair kabel – een veelgebruikt type netwerkkabel.
Web development begrippen
- HTML & CSS: HyperText Markup Language en Cascading Style Sheets – de fundamentele talen gebruikt om webpagina’s te maken.
- PHP, JavaScript: Programmeertalen vaak gebruikt voor web development.
- CMS: Content Management System – een software applicatie gebruikt om digitale content te creëren en beheren.
- WordPress (WP): Een populair open-source CMS gebruikt voor het maken van websites en blogs.
- WP Dashboard, Admin: Het controlepaneel waar gebruikers hun WordPress website beheren.
- Backend / Frontend: Het gedeelte van een website dat niet zichtbaar is voor de gebruiker (backend) en het gedeelte dat de gebruiker ziet (frontend).
- Templates in WP: Voorgedefinieerde lay-outs die aangepast kunnen worden om verschillende pagina’s en berichten te maken. Sjablonen.
- Widgets in WP: Kleine, zelfstandige modules die toegevoegd kunnen worden aan verschillende gebieden van een WordPress website.
- Plugins: Software-extensies die functies en functionaliteiten toevoegen aan een WordPress website.
- SEO: Search Engine Optimization – het optimaliseren van een website om beter gevonden te worden in zoekmachines.
- Yoast: Een populaire WordPress SEO plugin.
- Slider, Carousel, Lightbox: Interactieve elementen gebruikt om meerdere afbeeldingen of content weer te geven.
- Social Sharing Buttons: Knoppen waarmee gebruikers content kunnen delen op sociale media platformen.
- Templates: Voorgedefinieerde lay-outs die aangepast kunnen worden om verschillende pagina’s en berichten te maken. Sjablonen.
- Top-Level Domain Extension (TLD): Het gedeelte van een domeinnaam dat komt na de laatste punt (bijv., .com, .org, .net).
- URL: Uniform Resource Locator – een webadres dat de locatie van een resource op internet specificeert.
- Adresbalk, CMD L: Het gebied in een webbrowser waar je URL’s invoert en de toetsencombinatie om snel naar de adresbalk te gaan.
- Provider: Een bedrijf dat internettoegang of webhosting diensten levert.
- Hosting Provider: Een bedrijf dat ruimte op een server biedt voor websites.
- Access Provider: Een bedrijf dat internettoegang biedt.
- Server: Een computer die diensten levert aan andere computers op een netwerk.
- Webhosting: De dienst van het bieden van ruimte op een server voor websites.
- Domein: Een unieke naam die een website op internet identificeert.
- Slash: Een karakter gebruikt om verschillende delen van een URL te scheiden.
- Upload, Download: Bestanden overbrengen van een lokale computer naar een externe server (upload) of andersom (download).
- Classic Editor: De oorspronkelijke teksteditor in WordPress voor de introductie van de Block Editor.
- Block Editor: De nieuwe visuele editor in WordPress, die blokken gebruikt om content te bouwen.
- Page Builder: Een plugin of tool waarmee gebruikers aangepaste pagina-layouts kunnen maken zonder code te schrijven.
- Bericht: Nederlands voor ‘Post’, gesorteerd op datum, ofwel Blog-post
- Pagina: Nederlands voor ‘Page’. Satische pagina, ofwel traditionele website. Hier meer over het verschil
- Categorie: onderverdeling voor Berichten-en Pagina’s.
- Tag: Label of trefwoord gebruikt om Berichten en Pagina’s nog verder onder te verdelen.
- 2Factor: Two-factor authentication, een beveiligingsmethode die twee verschillende vormen van identificatie vereist, meestal met je telefoon erbij
- Adblocker: Software dat advertenties op websites blokkeert.
- SSL: Secure Sockets Layer – een beveiligingsprotocol dat data versleutelt die over het internet wordt verzonden.
- https://, http://, www: Delen van een URL die het protocol (https of http) en de domeinnaam (www) aangeven. De S staat voor Secure.
Claude.ai – wat zijn de 25 belangrijkste begrippen in web development?
- HTML: Opmaaktaal voor het structureren van webpagina’s.
- CSS: Stijltaal voor het vormgeven van webpagina’s.
- JavaScript: Programmeertaal voor interactieve webfunctionaliteit.
- Responsive Design: Ontwerpaanpak voor aanpassing aan verschillende schermformaten. Op Mobiel ziet de site er anders uit dan op Desktop.
- Frontend: Clientzijde van een website, wat gebruikers zien en interacteren.
- Backend: Serverzijde van een website, dataverwerking en -opslag.
- API: Application Programming Interface, voor communicatie tussen softwarecomponenten.
- AJAX: Asynchronous JavaScript and XML, voor dynamische webpagina-updates.
- DOM: Document Object Model, representatie van HTML-structuur.
- SEO: Search Engine Optimization, optimalisatie voor zoekmachines.
- CMS: Content Management System, voor beheer van website-inhoud.
- Framework: Softwareraamwerk met voorgeprogrammeerde functionaliteit.
- Version Control: Systeem voor het beheren van codewijzigingen (bijv. Git).
- Responsive Images: Afbeeldingen die zich aanpassen aan schermgrootte.
- Web Hosting: Service voor het online beschikbaar maken van websites.
- SSL/TLS: Beveiligingsprotocollen voor versleutelde datacommunicatie.
- HTTP/HTTPS: Protocollen voor gegevensoverdracht op het web.
- DNS: Domain Name System, voor het vertalen van domeinnamen naar IP-adressen.
- Cookies: Kleine databestanden opgeslagen op de computer van de gebruiker.
- Web Accessibility: Ontwerpen voor toegankelijkheid voor alle gebruikers.
- UI: User Interface, visuele elementen waarmee gebruikers interacteren.
UX: User Experience, algehele ervaring van gebruikers met een website. - PWA: Progressive Web App, webapplicatie met native app-functionaliteit.
- Lazy Loading: Techniek om inhoud te laden wanneer nodig.
- CDN: Content Delivery Network, voor snelle inhoudslevering wereldwijd.
- SVG: Scalable Vector Graphics, voor schaalbare afbeeldingen.
En verder nog 25:
- Webpack: Module bundler voor JavaScript-applicaties.
- NPM: Node Package Manager, voor beheer van JavaScript-pakketten.
- REST: Representational State Transfer, architectuurstijl voor webservices.
- JSON: JavaScript Object Notation, lichtgewicht data-uitwisselingsformaat.
- XML: eXtensible Markup Language, voor het structureren van gegevens.
- SPA: Single Page Application, dynamische website met één HTML-pagina.
- WebSocket: Protocol voor real-time, bidirectionele communicatie.
- Cross-browser Compatibility: Consistente werking in verschillende browsers.
- Microservices: Architectuur met kleine, onafhankelijke services.
- DevOps: Integratie van ontwikkeling en IT-operaties.
- CI/CD: Continuous Integration/Continuous Deployment, voor geautomatiseerde builds en releases.
- Web Components: Herbruikbare, geïsoleerde UI-elementen.
- GraphQL: Query-taal en runtime voor API’s.
- OAuth: Open standaard voor toegangsautorisatie.
- Web Workers: Scripts die op de achtergrond draaien in de browser.
- WebAssembly: Binair instructieformaat voor snelle uitvoering in browsers.
- Web Storage: Mechanisme voor het opslaan van gegevens in de browser.
- CORS: Cross-Origin Resource Sharing, voor veilige toegang tussen domeinen.
- Flexbox: CSS-layoutmodule voor flexibele containerindeling.
- Grid: CSS-layoutsysteem voor tweedimensionale layouts.
- Babel: JavaScript-compiler voor backwards compatibiliteit.
- ESLint: Linting tool voor het identificeren van problemen in JavaScript-code.
- Web Vitals: Metrics voor het meten van gebruikerservaring op websites.
- A11y: Afkorting voor toegankelijkheid (accessibility) in webdesign.
Opdrachten
Bekijk de filmpjes over SiteOrigin
Zie deze pagina: https://rocweb.nl/blog/amsnoord-nl-en-siteorigin/
Update je artikel over je ervaringen met deze nieuwe Wp.
Zoek uit hoe een Gallery nu anders werkt dan voorheen en beschrijf dat in je artikel.
Lever de link in
Lees deze lijst met begrippen:
En lever daarover deze 3 dingen in:
– Geef jouw eigen TOP 10 van de begrippen die voor jou nieuw of onduidelijk waren
– Geef nog 3 ontbrekende begrippen
– Bekijk en test Claude vs Gemini vs ChatGTP: en geef de verschillen
Opdracht: Word
In groepjes van 2 of 3: Kopieer deze lijst en plak het in een nieuw online Word document, via Portaal. Nodig elkaar uit zodat jullie alle drie op je eigen laptop in hetzelfde document kunnen werken. Zo kan dat dus, ook op afstand.
- Zoek samen via Google en overleg de antwoorden. Zet het goede antwoord (dus wat het begrip echt betekent, niet alleen waar de afkorting voor staat) erbij en lever het Word document in op Teams (ieder voor zich).
- Zet er ook 3 nieuwe begrippen bij over Internet die er nog niet op staan.
- Maak ten bewijs een screenshot waarin je ziet dat al jullie namen actief in het document aan het werk zijn